In het verleden had Ira* (35) al bepaalde klachten. Ze praatte er over met haar huisarts, maar dat loste niks op. Nadat haar werkgever haar aansprak op haar drukke gedrag op het werk, meldde ze zich aan voor een intake bij een GGZ-instelling. Er werden verschillende diagnoses gesteld, maar voor individuele therapie was een lange wachtlijst. Sinds een paar weken heeft ze eindelijk schematherapie en ze merkt meteen vooruitgang. Was die mogelijkheid een paar jaar geleden maar meteen geboden, dat had een hoop onnodige energie gescheeld.
“Ik had een administratieve functie en dat paste niet goed bij me. Ik deed druk en mijn leidinggevende gaf aan dat ik anderen stoorde. Daar wilde ik wat aan doen en ik meldde me aan bij een GGZ-instelling. Het begin was vervelend, want ik had intakegesprekken met meiden die veel jonger waren dan ik en dat voelde niet prettig. Bovendien moesten mijn ouders er via de telefoon bij zijn. Het ging allemaal wat krakkemikkig. Uit de intake kwam de diagnose ADHD, maar de psychiater vermoedde ook een bipolaire stoornis. Dat zou verder moeten worden onderzocht.
Zware periode
Ik kwam in een ADHD-klasje, waarin we getraind werden in het omgaan met ADHD. Later heb ik ook in een klasje voor bipolaire mensen gezeten. Dat was allemaal redelijk zinvol, maar het was niet genoeg en ik wist dat ik therapie nodig had. Dat gaf me het gevoel dat ik kostbare tijd verspeelde. In die tijd dronk ik veel, omdat ik stress had. Er was iets met me aan de hand, dat wist ik. Maar er werd me verteld dat er niet genoeg psychotherapeuten waren, dus ik kwam op een wachtlijst. Achteraf gezien was dat een zware periode, zowel op het gebied van werk als in relaties. Ik wisselde ook een paar keer van baan. Het was alsof mijn leven een soort toneelstuk was, ik voelde me gedistantieerd van mezelf en ik werd steeds ongelukkiger. Tot ik op werk black-outs kreeg. Mijn supervisor zag dat en die raadde me met klem aan te stoppen. En ik vertrouwde haar, want ik merkte dat ze me echt zag en begreep.
“Pas vier jaar na de intake kreeg ik individuele therapie en
ik vind het kwalijk dat ik daar zo lang op heb moeten wachten.”
Dichter bij mijn gevoel
Pas vier jaar na de intake kreeg ik individuele therapie en ik vind het kwalijk dat ik daar zo lang op heb moeten wachten. Want door de schematherapie kan ik eindelijk stappen zetten. Het is zwaar, maar ik ben er klaar voor en voel dat ik alles wil opruimen. Ik zat in allerlei copingmechanismes waardoor ik niet goed bij mijn eigen gevoel kwam en behoefte had aan drank en afleiding. Nu ben ik bezig het verleden te verwerken. Ik kom uit een moeilijke gezinssituatie. Mijn moeder was vaak depressief en overspannen en mijn vader was emotioneel ook onvolwassen. Ik denk dat mijn zussen en ik van jongs af aan getraumatiseerd zijn, daar lees ik ook boeken over. Ik besef dat ik niet goed gehecht ben aan mijn ouders en dat trauma’s uit mijn verleden een effect op mijn ontwikkeling hebben gehad.
Taal om het te begrijpen
Bepaalde situaties zie ik in een ander licht. Ik kwam vorig jaar in een burn-out en voelde me depressief. Nu besef ik dat zo’n depressie kan ontstaan doordat ik mijn gevoel wegduw. Als ik me nu down voel, ga ik mediteren en kom ik bij de verdrietige-kind-modus. Ik realiseerde me op gegeven moment dat ik gewoon in de rouw zit, omdat ik nooit een band met mijn moeder heb gehad. Er komt veel weggestopt verdriet omhoog. Dat is zwaar, maar ik heb tenminste het gevoel dat ik leef. En zo is ook het hypomane gedrag een copingsmechanisme, want het vrolijk doen is feitelijk een overcompensatie. Dan wil ik graag de bevestiging krijgen dat ik leuk ben en zit ik dus ook niet dicht bij mijn eigen gevoel. Zo geeft schematherapie me taal om te begrijpen wat er aan de hand is.
Mildere blik
Ik voel nu dat ik altijd een keuze heb. Ik drink nauwelijks en ik zoek minder uitvluchten buiten mezelf. Ik sport veel, mediteer en ben me bewust van de stem die me steeds zei dat ik het verkeerd deed. Dat was de stem van mijn moeder. Daar kan ik een stem tegenover zetten, waardoor de stress vermindert. Alles grijpt op die manier in elkaar: ik voel me beter en ga dus ook dingen doen die goed voor me zijn. In de therapie is veel aandacht voor mijn schaamtegevoelens. Vroeger was ik streng voor mezelf en zag ik mijn leven als een aaneenschakeling van mislukkingen. Zo vergeleek ik mezelf met anderen. Nu kijk ik veel milder naar mijn leven en besef ik dat het gezien alle uitdagingen waar ik voor stond, heel knap is dat ik zover ben gekomen.
“Ik wil zelf kiezen wie of wat me gelukkig maakt,
en me niet laten leiden door andere motieven.”
Kwetsbaar opstellen
Ik durf me kwetsbaarder op te stellen en tegelijkertijd meer ruimte in te nemen. Daardoor leer ik nieuwe mensen kennen, maar ik heb ook vrienden verloren, want niet iedereen heeft er begrip voor. Toch sta ik er optimistisch in, ook als ik straks weer ga solliciteren. Ik wil zelf kiezen wie of wat me gelukkig maakt, en me niet laten leiden door andere motieven. Ik ben nu ook voor het eerst echt verliefd. We hebben allebei veel meegemaakt, maar ik denk dat de enige manier om te leven is om er niet meer voor weg te lopen. Die twee kanten in mij, het doemdenken en de positieve houding, zal ik vast altijd houden. Wat ik vooral gewonnen heb is het gevoel van hoe het leven kan zijn als ik niet allerlei copingmechanismes heb, hoe ontspannen ik kan zijn.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.