Nu Menno* (39) zelf als ervaringswerker anderen begeleidt, kan hij met andere ogen naar zijn eigen verhaal kijken. Tijdens de lange zoektocht langs verschillende zorgverleners stuitte hij vaak op onbegrip. Men zocht naar oplossingen, maar niks hielp hem echt verder. Tot hij inzag wat de diepere oorzaak was van zijn angsten.
“Lange tijd was het niet helder wat er precies met mij aan de hand was. Het ging niet goed, zoveel was duidelijk, maar hulpverleners hadden moeite met het stellen van de juiste diagnose. Rond mijn achttiende kwam ik terecht in een systeem van zorgverleners. Ik had zodanig last van angsten, depressies en verslavingen dat ik niet meer hoefde te werken. Vanaf dat moment zat ik thuis en mijn klachten verergerden, totdat ik op gegeven moment langdurig werd opgenomen. En ook daar kon men niet bepalen welk behandeltraject bij mij zou passen. Ze onderzochten me en schreven medicatie voor. Ondertussen ontregelde ik steeds verder.
Symptoombestrijding
Als ik terugkijk op die tijd, denk ik dat er sprake was van symptoombestrijding. Men had minder aandacht voor mij als mens en alles wat ik met me meedraag. Met medicatie kan je behoorlijk wat oplossen op korte termijn, maar de echte problematiek wordt daarmee niet aangepakt. Ik kreeg medicatie voor mijn slaapproblemen en daarna antidepressiva. Vervolgens werd er ADHD vastgesteld en slikte ik een hoge dosis methylfenidaat. Dat was waarschijnlijk teveel van het goede en ik raakte in een depressie, die weer werd behandeld met steeds hogere doses medicatie.
“Hulpverleners hadden moeite
met het stellen van de juiste diagnose.”
Afstand tot mensen om me heen
De diepere oorzaak van mijn angsten lag in mijn wens om verbonden te zijn met anderen. Maar dat lukte niet goed. Ik merkte dat ik me vaak anders gedroeg en dat ik een andere kijk op de wereld had. Bovendien heb ik thuis nooit geleerd hoe ik met emoties om moet gaan. Dat heeft allemaal bijgedragen aan een algemeen gevoel van onveiligheid. Daardoor ontstond er een afstand tussen mij en de mensen om me heen. En dat voedde mijn angsten natuurlijk alleen maar. Binnen de GGZ werd dat niet voldoende opgemerkt en men bleef de oplossing zoeken in medicatie. Terwijl ik vooral behoefte had aan iemand die echt zag wie ik was. Iemand die een arm om me heen zou slaan, een kop koffie met me dronk en kon zeggen: ‘wat vreselijk naar moet dit voor je zijn.’
Nieuwe balans
Het is niet zo dat ik helemaal tegen medicatie ben. Inmiddels slik ik al een aantal jaar lithium en blijkt de diagnose bipolaire stoornis het meest te passen. Maar ik blijf me ervan bewust dat er op de achtergrond zoveel meer speelt. Mijn opvoeding, bepaalde genetische factoren, sommige gebeurtenissen uit mijn jeugd en ook hoe mijn lichaam en mijn hersenen werken. Dat hele pakket maakt mij tot wie ik ben. Ik ben heel blij dat de Lithium zo goed aanslaat, want ik kan daardoor over het algemeen beter met prikkels omgaan. Anderzijds heeft die medicatie ook nadelen, bijvoorbeeld bij het verwerken van nieuwe informatie. Zolang die voor- en nadelen met elkaar in balans zijn, kan ik er goed mee leven.
“Ik merkte dat ik me vaak anders gedroeg
en dat ik een andere kijk op de wereld had.”
Elk mens heeft potentie
Het lukt me steeds beter mijn eigen verhaal te maken. Ik kan mijn gedrag sneller plaatsen en begrijp hoe ik ben geworden tot wie ik ben. Daardoor voel ik me van binnen veiliger. Bovendien begrijpen anderen mij beter omdat ik aan kan geven waar ik behoefte aan heb. Sinds een tijd begeleid ik als ervaringswerker anderen. Ik nodig deze mensen uit hun eigen verhaal te vertellen door bewust bepaalde aspecten van mijn eigen verhaal te belichten. Ik vind het prachtig om te zien wat het met iemand doet als hij zich erkend voelt in zijn verdriet. Je hoeft het niet altijd op te lossen, de pijn mag er ook gewoon zijn en herstel kost nou eenmaal tijd. Ik laat anderen graag zien dat er altijd hoop is, want elk mens heeft zoveel potentie.”
*Omwille van privacy zijn namen en herkenbare details aangepast.