Milans* (31) beide ouders hebben in het verleden ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt en vonden elkaar in hun pijn en kwetsbaarheid. Na verloop van tijd ontstond er echter een scheve patiënt-verzorgende relatie en in die omgeving groeide hij op. Zijn vader had last van driftbuien en alcoholmisbruik, maar hij wilde zelf niet worden opgenomen. Het leverde een continue belasting op binnen hun gezin en Milan begon steeds meer de rol van psychotherapeut op zich te nemen. Later besefte hij hoe die rol hem gevormd heeft en welke impact dat op zijn eigen leven heeft gehad.
“Tot zijn eerste opname had mijn vader enigszins vertrouwen in de psychiatrie, maar door een misverstand werd hij gedwongen van de opname ontslagen en daarna wilde hij niet meer worden opgenomen. Mijn vader vond het ook belangrijk hoe hij overkwam, dat hij geen zwakte toonde en altijd voor een ander klaarstond. Met behandelaren praatte hij over koetjes en kalfjes en dat hielp natuurlijk niet. Ik had graag gewild dat er een manier was geweest om hem in tijden van crisis te laten opnemen. Even een time-out van de schreeuwende geluiden buiten en de harde stemmen, dat had me veel geholpen. Het raakt me nog steeds als ik erover praat.
Mooi gesprek
Ik vind het onvoorstelbaar dat ik zoveel jaren de keuze heb moeten maken tussen enerzijds mijn eigen nachtrust, anderzijds het zorgen voor mijn vader zodat ik mijn moeder ook een moment van rust kon bieden. Inmiddels is de boosheid richting mijn vader weggezakt. Hij is een paar jaar geleden overleden en ons laatste gesprek was mooi. Ik had net mijn huidige partner leren kennen en ondanks zijn crisis was mijn vader toch heel betrokken bij mijn leven. Hij vertelde me dat hij blij was te zien dat ik iemand had gevonden waar ik zo bij lachte. Het was extra bijzonder omdat binnen mijn familie biseksualiteit niet zo vanzelfsprekend is. Ik denk dat hij misschien wel wist dat het ons laatste gesprek zou zijn.
“Ik had graag gewild dat er een manier was geweest om mijn vader in tijden van crisis te laten opnemen.”
In de steek gelaten
Boosheid voel ik nog steeds richting de psychiatrie die verbonden was aan mijn vader. Met een multidisciplinair team hadden we afspraken gemaakt over behandelplannen, maar onverklaarbaar snel werd dat afgeschaald naar enkel een wekelijks bezoek van een sociaal psychologisch hulpverlener. Ik vermoed dat mijn vader in de gesprekken met de psycholoog een te positief beeld heeft weten te creëren en er werd daarna niet meer geluisterd naar onze ervaringen als familie. Ik voelde me gigantisch in de steek gelaten. Eén van mijn wanhopigste momenten was toen mijn vader zich in een zware crisis met een mes in zijn been had geprikt. De politie kwam langs, maar mijn vader wilde niet mee en was na een paar minuten afgekoeld. Nadat de politie was vertrokken begon hij weer, maar omdat hij niet wilde meewerken aan een opname zagen ze geen aanleiding om weer te komen.
Verschil in aanpak
Zelf heb ik later wel diverse therapeuten gehad die me hielpen. Ik voelde pijn en boosheid en dat vertaalde zich in een soort fundamentele eenzaamheid. In geen enkel huis voelde ik me echt thuis en als iemand anders even zijn gezicht vertrok, kon ik me al afgewezen voelen. Ik vond mijn leven niet zo waardevol en door mezelf op te branden met feesten, drugs, werken en studeren dacht ik minder te hoeven voelen. In de therapie werd echter gelukkig niet de nadruk op mijn feestgedrag gelegd, maar besteedde mijn therapeute vooral aandacht aan waar mijn pijn en boosheid vandaan kwamen. Ze liet me inzien hoe ik als het ware volledig versmolten was met mijn moeder en de verzorgende was binnen het gezin. In mijn geval heeft de GGZ me dus wel verder gebracht. Dit in tegenstelling tot de behandelingen die mijn vader destijds kreeg. Toen werd te weinig onderkend dat zijn gedrag zelf eigenlijk niet het probleem was, maar eerder het gevolg was van een onderliggend probleem. Aan die onderliggende problematiek werd nauwelijks aandacht gegeven.
Boosheid richting mijn moeder
Gaandeweg komt door de gesprekken met mijn therapeuten en mijn partner ook een boosheid richting mijn moeder aan de oppervlakte. Zij heeft net als mijn vader jeugdtrauma’s opgelopen en weigerde na een mislukte opname nog verder met psychologen te praten. In plaats daarvan vertelde ze mij over wat ze vroeger had meegemaakt, terwijl ik daar op zestienjarige leeftijd niet aan toe was. En ze zei tegen mij en mijn zus dat haar leven pas zin kreeg toen wij er waren. Daarmee legde ze dus de verantwoordelijkheid van haar leven bij ons. We hebben nog een weg te gaan om een gezondere band met elkaar te hebben. We spreken elkaar veel en ik help haar met van alles, maar ik weet nu ook dat ik afstand kan nemen wanneer het mij niet uitkomt en dat ze zelf dingen kan regelen.
“Ik durf steeds luider te zeggen dat ik het waard ben om te leven.”
Keten van pijn stoppen
Ik wil de keten van pijn graag doorbreken en de trauma’s van generaties voor mij laten stoppen. Al vraag ik me soms toch af of ik volledig kan leren leven met de littekens uit het verleden. Inmiddels weet ik dat ik niet tegen opkomende boosheid moet vechten. Yoga helpt me en als er niemand is, praat ik tegen mezelf of schrijf ik mezelf brieven. Mijn partner steunt me geweldig. Hij geeft eerlijk toe dat hij niet zo sensitief is en dat ik expliciet moet zeggen wat er aan de hand is. Mij helpt dat, omdat ik dan niet hoef te twijfelen aan wat hij vindt. Ik kan erop vertrouwen dat ik kwetsbaar kan zijn bij hem. Ik durf steeds luider te zeggen dat ik het waard ben om te leven. Dat ik kinderen wil en ze een onbezorgde jeugd wil geven. Mijn vriendschappen zijn ook mee veranderd; ze zijn volwassener en gelijkwaardiger geworden. Ik moest door een hele berg zure appels, maar nu ben ik hier en het wordt steeds beter.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.