Drieënhalf jaar na de zelfgekozen dood van haar vader ontdekte Karin* (37) een aantal dingen die ze niet van hem wist. Ze kwam er met terugwerkende kracht achter dat hij psychotisch was. En welke invloed dat op haar eigen leven heeft.
“Dat hij depressief was, wist ik wel. Dat hij ook psychotisch was, hoorde ik later. Dat werd een jaar voor zijn dood vastgesteld. Maar achteraf gezien denk ik dat dat al langer speelde. Dat gaf me een soort opluchting, een antwoord. Kon ik mooi de schuld geven aan die psychose. Terwijl ik eigenlijk niet eens precies wist wat een psychose wás. Ik dacht dat je dan knettergek was en niet precies wist wat je deed. Ik vond wél dat hij veel last had van obsessies. Hij kwam eens terug van vakantie met zandvlooien. Er zaten inderdaad wat plekjes op zijn hand. Maar bij hem sloeg dat door: hij was ervan overtuigd dat zijn hele huis besmet was met vlooien. Boos als hij was dat de bestrijdingsdienst niks had kunnen vinden terwijl er allemaal nesten in de vensterbank zaten! Voorbeelden zoals deze zijn er te over.
Onwetendheid
Tijdens zijn laatste psychose wilde hij op vakantie gaan maar hij voelde zich te ziek. Annuleren durfde hij niet; hij was bang voor allerlei claims van miljoenen euro’s. Ik wist dat het slecht met hem ging. Maar ik dacht dat hij wat doordraaide omdat hij zo moe was en ging er dan ook dwars tegenin. Hoe frustrerend moet dat voor hem zijn geweest! Had ik maar geweten wat ik nu weet, dan had ik meer begrip kunnen opbrengen.
“Ik dacht dat je bij een psychose knettergek was. Daar ben ik later wel anders over gaan denken.”
Invloed
Hij had altijd rare fratsen, was non-conformistisch. Ontzettend grappig was hij ook. Maar de andere kant was dat hij te ver ging. Hij vond het heel belangrijk om ons vrij op te voeden. Zo liet hij ons naakt buitenspelen of door het bos rennen. Als er vriendinnen over de vloer kwamen moest ik hem instrueren om geen rare dingen te doen of over seks te praten. Dat kon zó gênant zijn! Maar mijn vriendinnen liepen weg met hem. Alles kon bij ons, het was grenzeloos. We konden de hele nacht uitgaan en hij liet ons ook weekenden alleen. Ergens was dat stoer. Maar het had ook een keerzijde. Ik heb niet geleerd wat mijn eigen grenzen waren. Toen ik elf was gingen mijn ouders scheiden en kon mijn moeder niet meer voor ons zorgen. Daar schaamde ik me heel erg voor. Blijkbaar heb ik dat nooit kunnen verwerken en ben ik gaan dissociëren. Daardoor stap ik heel makkelijk uit mijn gevoel, het is een onbewust mechanisme. Geloof me: het kan heel veilig zijn je eigen gevoel te negeren.
Schrijven
Er was altijd wel wat met mijn vader. Of hij was heel vrolijk, of hij was heel down. Ik heb er een boek over geschreven, waarbij ik eerlijk uitkom voor de dingen die niet leuk waren. Schrijven heeft me geholpen. Ik weet niet of ik hem bepaalde dingen had durven zeggen. Dat voelt heel dubbel. Het laatste dat ik wil, is hem verloochenen.
Therapie
Door zijn dood ben ik in therapie gegaan. Pas toen werd mijn dissociatieve stoornis bekend. Mijn therapeut zei letterlijk dat het leek alsof ik over iemand anders praatte dan over mezelf. In het begin was het voor mijn gevoel ook één grote soep of zo. Niet eens soep, het was gewoon hard. Het leek een blok beton waar ik stukjes uit moest pakken. Het duurde wel even voordat ik bij deze therapeut terechtkon. Om de tijd te overbruggen heb ik me verdiept in mindfulness. Helaas was de therapeute niet altijd beschikbaar waardoor ik haar niet regelmatig kon zien. Zij heeft geprobeerd EMDR toe te passen, maar omdat ik dissocieerde heeft me dat niet geholpen.
Pijnlijk
Mensen deinzen terug van het onderwerp zelfmoord. Ook dat is een reden van mijn boek. Ik wil mijn verhaal delen. Ik had heel erg de behoefte om alles te vertellen wat erbij hoort. Iedereen had compassie met me, maar niemand durfde vragen te stellen. En dat snap ik.
Een aantal mensen uit mijn vaders directe omgeving neemt me kwalijk dat ik zo openhartig over hem schrijf. Maar nu het boek er is, ondervind ik vooral erkenning. Natuurlijk zijn er ook negatieve reacties. Maar ik heb geleerd dat niet meer zo belangrijk te vinden. Het zijn per slot van rekening míjn gevoelens, het is míjn verhaal.
Tot slot
Dat ik met zijn psychiater heb kunnen praten heeft me geholpen. Daardoor weet ik dat hij vijf jaar voor zijn dood in therapie is gegaan. Ook daarin herkende ik het patroon: als het goed met hem ging belde hij af, als het slechter ging, klopte hij weer aan. Geen constante therapie dus. Ze hebben het nooit gehad over zelfmoord. Ook niet over een opname, de psychiater wist dat dat niet goed zou zijn voor mijn vader. Ik vraag me soms af of mijn vader wel echt geholpen wilde worden. Van de psychiater heb ik niet heel veel antwoorden gekregen. Maar hoe raar het ook klinkt: uiteindelijk heeft het me veel gebracht. Alleen was de prijs hiervoor wel wat hoog.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.
Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Neem dan gratis en anoniem contact op met de hulplijn van 113: bel 0900-0113 of chat via www.113.nl.