Het taboe doorbreken: praten over een doodswens

Kim* (47) worstelt al sinds haar 16e met psychische problemen. Ze heeft meerdere depressies doorgemaakt en last gehad van suïcidaliteit. Geregeld is zij opgenomen geweest, ook in het buitenland. Hier kwam zij er snel achter dat de psychiatrie daar achterloopt op Nederland. In de kliniek sleepten de volle katheterzakken over de grond, werd ze met de taxi voor gekken door het dorp gereden en moest ze dagenlang rummikub spelen met ander patiënten Zij liep aan tegen de paniek die vele behandelaren voelen bij het bespreken van een doodswens. Tegenwoordig geeft zij daarom zelf suïcidepreventie trainingen als ervaringsdeskundige, om het onderwerp bespreekbaar te maken.

“Op mijn 16e deden de eerste psychische klachten zich voor. Ik kwam bij een eerstelijns psycholoog en heb daar alleen maar slechte ervaringen mee. Hij zat zelf in een scheiding en wist iedere week het verhaal naar zijn eigen problemen toe te trekken. Ik ging daar meer naartoe voor hem dan voor mezelf.

De psychiatrie in het buitenland

Op latere leeftijd ben ik naar het buitenland verhuisd voor de liefde. Hij woonde in een gehucht met 68 inwoners en voornamelijk koeien. We wilden er beiden niet blijven wonen, maar we kregen kinderen en zijn toch gebleven. Toen het slechter met mij ging, ben ik daar ook opgenomen. Al snel kwam ik erachter dat de psychiatrie daar ontzettend achterloopt op Nederland. Het was echt een verschrikking, alsof ik in de film “One flew over the cuckoo’s nest” zat.

“Veel mensen die de kliniek binnenkwamen,

gingen er nooit meer weg”

One flew over the cuckoo’s nest

Ik werd daar iedere dag opgehaald door de taxi voor psychisch zieken met een groot blauw kruis aan de buitenkant. Dan wist dus meteen het hele dorp: “die spoort niet”. De dagbesteding was de hele dag rummikub spelen met andere patiënten. De psychiatrische kliniek was een grote chaos. Tijdens het eten zat ik eens tegenover een patiënt die moest overgeven en het vervolgens weer moest opeten. Volle katheterzakken sleepten over de grond, mensen waren compleet de weg kwijt en sloegen tegen de deuren, maar niemand greep in. Als ik spanning voelde en de neiging kreeg tot automutilatie, werd dat verward met suïcidaal gedrag. Terwijl ik alleen maar mijn spanningen bespreekbaar wilde maken, werd ik opgesloten in een kamertje en gedrogeerd met een gek roze drankje. Dat drankje moest ik op een gegeven moment dagelijks nemen, totdat de verpleging ingreep, omdat ik erbij liep als een zombie. Vanaf toen kreeg ik het drankje voor de show en mocht ik het stiekem weggooien. Dat sloeg echt nergens op. Veel mensen die de kliniek binnenkwamen en niet voor zichzelf op konden komen of geen familie hadden, gingen er nooit meer weg. Er werd mij door de verpleging van de kliniek dringend verzocht een aanklacht in te dienen tegen de psychiater die daar alles bepaalde.

Suïcidaliteit

Op een gegeven moment heb ik een suïcidepoging gedaan, waar het hele gezin enorm van is geschrokken. Wat ik heel bijzonder vond, mijn kinderen begrepen de terugkeer naar Nederland. Ze zagen mij steeds meer verdwijnen als een schim die nog rondliep in het huis. Mijn zoon zei: ‘Liever een mama die wat verder weg zit en gelukkiger is, dan een dode mama.’ Gelukkig zien ze wel dat het iedere dag iets beter met mij gaat. Ik heb lang het gevoel gehad dat ik met mijn suïcidale gedachten nergens terecht kon. Er werd niet op doorgevraagd en ik merkte dat de behandelaren het vaak zelf ook een spannend onderwerp vonden om te bespreken. Het riep paniek bij ze op en het gevoel dat ze die gedachten direct moesten oplossen, terwijl gewoon luisteren voor mij al voldoende was geweest.

Het belang van de patiënt

Na nog een suïcidepoging in Nederland werd ik hier voor de tweede keer in één maand opgenomen. Mijn broek was kleddernat en ik had niks bij me: geen kleding, geen tandenborstel, niks. Ik wilde mijn familie niet weer belasten, dus heb daar toen drie dagen rondgelopen in gevonden voorwerpen. Ik voelde mij niks waard. Toen heb ik besloten in de cliëntenraad te gaan om op te komen voor de belangen van patiënten. Ik neem interviews af binnen woongemeenschappen voor chronisch psychiatrische patiënten. Zo kunnen zij aangeven wat er beter kan. Ik heb tijdens mijn eigen opnames ervaren dat er te weinig aan mij gevraagd werd waar ik behoefte aan had.

Van mens tot mens

Gedurende mijn traject heb ik ontzettend veel behandelingen gehad. Uiteindelijk was voor mij het keerpunt de Mentalization Based Treatment. Dit is een behandeling waarbij je leert om je emoties en je verstand in balans te brengen door meer te mentaliseren. Tijdens deze therapie heb ik voor het eerst ervaren dat therapeuten ook gewoon mensen zijn. Ze vertelden het als er iets mis ging in hun eigen leven. Daardoor voelt de relatie veel gelijkwaardiger en krijg je het gevoel dat ze je als mens zien in plaats van als patiënt. Minder hiërarchie, meer persoonlijke aandacht. Je wordt gezien en gehoord. Ik neem nu deel als ervaringsdeskundige aan een verbetertraject van team persoonlijkheidsstoornissen.

“Ik kan er nu van genieten als ik ’s ochtends in de file sta”

Op naar herstel

Inmiddels ben ik twee jaar volop in herstel en heb ik het gevoel dat ik zelf weer de regie in handen heb. Iedere keuze die ik zelf kan maken geeft mij tegenwoordig een blij gevoel. Je kan wel veilig in de slachtofferrol zielig doen in een hoekje, maar niemand komt je redden. Dat moet je zelf doen. Dat betekent echter niet dat je het alléén moet doen, maar dat je ook af en toe hulp vraagt. Dat vind ik soms nog steeds moeilijk. De herstelwerkgroepen, die focussen op je kracht en kijken naar de toekomst, hebben mij ook geholpen. Waar werk eerst als een gevangenis voelde, kan ik er nu van genieten als ik ’s ochtends in de file sta. Dat geeft mij het gevoel dat ik weer meedoe. Daarnaast heb ik nu een heel fijne begeleidster die durft te vragen naar mijn suïcidaliteit.

De toekomst

Mijn ervaringen probeer ik in te zetten om anderen te helpen. Ik volg een opleiding tot ervaringsdeskundige en geef suïcidepreventie trainingen. Therapeuten komen naar mij toe en gaan in de vorm van een rollenspel het gesprek aan over suïcidaliteit. Het is niet nodig om als behandelaar paniek of oplossingsdrang te voelen wanneer iemand een doodswens uitspreekt. Het beste is om rustig het gesprek aan te gaan. Je mág praten over een doodswens en je mág zeggen dat je er doorheen zit. Het bespreekbaar maken van dit soort onderwerpen kan ons veel meer brengen. Je bent nooit alleen.”

*Omwille van privacy zijn namen en herkenbare details aangepast.

Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Neem dan gratis en anoniem contact op met de hulplijn van 113: bel 0900-0113 of chat via www.113.nl.