Door haar moeders verleden heeft ze niet bepaald een makkelijke jeugd gehad. Sterker nog: het bleek de ideale voedingsbodem om een onzekere, volwassen vrouw te worden die altijd twijfelde aan zichzelf. Dat de oorzaak van haar problemen ook bij ánderen kon liggen, zag ze pas jaren later. Ook hulpverleners hadden te weinig aandacht voor die mogelijkheid. Daarom besloot Kim* (41) na jarenlange therapie te vertellen over haar proces.
“Doordat mijn moeder veel nare dingen heeft meegemaakt, vertoonde ze gedrag waardoor wij als kinderen allemaal erg afhankelijk van haar werden. Tegelijkertijd kon ze de zorg van haar grote gezin niet aan. Ze heeft veel in ziekenhuizen gelegen en zelfs verschillende zelfmoordpogingen gedaan. Mijn oudste zus en ik draaiden voortdurend voor de zorg van de jongere kinderen op. Ik was jong toen ik op kamers ging; wist eigenlijk niet wat ik moest doen en wie ik was. Ook toen ik op kamers woonde, bleven mijn broertjes en zusjes met vragen naar me toe komen. En mijn moeder deed een zwaar emotioneel beroep op me. Ze vertelde verhalen over haar leven die je als kind niet zou moeten weten. Dat was het moment dat ik voor het eerst zelf in aanraking kwam met hulpverlening.
Op afstand
In eerste instantie kregen we bemiddeling tussen mijn ouders en mij. Dat ging prima. Na een poosje kwam er een nieuwe hulpverlener die me wilde knuffelen en vasthouden. Toen had ik het gauw bekeken. Vrij snel nadat ik uit huis ging kreeg ik verkering met inmiddels mijn ex-man. Ik was zo blij dat iemand míj bijzonder vond, míj zag in plaats van de machine die ons grote gezin was. Terugkijkend zie ik hoe ongezond die relatie van meet af aan was. Ik ben zelfs een tijd depressief geweest. Desondanks zijn we bijna twintig jaar getrouwd geweest.
Spanning
Voor mij betekende trouwen het begin van de vrijheid, maar voor mijn man betekende het een huis kopen, verbouwen, een hogere hypotheek: steeds meer en meer. Ik had het gevoel dat ik opgesloten zat en kon niet met de voortdurende spanning omgaan. Dat mijn man zei dat hij zo teleurgesteld in me was, maakte het er niet beter op. Ik gaf continu aan dat ik op die manier niet verder wilde; opperde een scheiding.
Eigen schuld
In de loop der jaren heb ik veel trajecten doorlopen. Altijd vanuit het idee dat ik niet wist hoe ik met mezelf en situaties om moest gaan, dat het aan mij lag, dat. Ik zag niet in dat ik aangeleerde patronen overnam, dat ik bijvoorbeeld niet wist hoe ik boosheid moest hanteren. Therapeuten vonden dat ik anders moest leren denken – wat ik lastig vond. Mijn man werkt bij de sociale hulpverlening en vond dat hij het recht had mijn therapeuten te vertellen hoe zij hun werk moesten doen en dat ik het allemaal verkeerd deed.
Regressietherapie
Ik kwam bij een therapeut die ervan overtuigd was dat alle pijn uit je kindertijd komt. Dat je die tijd moet herleven en er vervolgens mee moet dealen. Het was geen erkende therapie en het heeft me ook nog eens veel geld gekost. Wat ik nodig had was iemand die me beschermde, me kon vertellen dat het wel goed zou komen. Zij vond dat ik de kracht in mezelf moest vinden, dat ik het allemaal zelf moest kunnen. Maar dat werkte niet voor mij. Toen ze erachter kwam dat ik een affaire had met een collega werd ze woedend omdat ik dat niet aan haar had verteld. Voor mij was die affaire echter niet meer dan een reactie op alles wat niet goed was.
Vlucht
Ik zocht constant hulp, kon niemand vinden die me kon vertellen hoe ik het anders kon doen. Er was thuis zo veel spanning dat ik niet meer naar huis wilde en ’s nachts in de auto sliep. Of wegreed totdat de tank leeg was. Omdat ons jongste kind regelmatig driftbuien had, werd vanuit de jeugdhulpverlening een traject gestart. Vanzelfsprekend werd er naar de rol van de ouders gekeken. Daaruit bleek dat wij als ouders niet konden samenwerken. Mijn partner haalde me naar beneden in plaats van dat hij me steunde. Dat was het moment dat ik opnieuw aan de bel heb getrokken bij de huisarts. Zij adviseerde een speciaal intensief onderzoek waarbij de uitkomst bepalend was voor de therapie die het beste bij me paste.
Systeemtherapie
Ik volgde haar advies op. Door middel van een transsectionele analyse (inzichtelijk maken van eigen gedrag en interacties van mensen onderling, red.) zag ik eindelijk wat er met me aan de hand was. Ik bleek kenmerken van borderline te hebben en had ook OCD (dwangstoornis, red.). Dat vond men niet raar gezien het gezin waar ik uitkom. Structuur was voor mij erg belangrijk; het geeft me een bepaalde veiligheid, houvast. Omdat ik dagopname niet kon combineren met mijn gezin, volgde ik onder meer groepstherapie. Een rare groep mensen vond ik. Toch heeft het me veel goed gedaan.
“De enige plek waar ik te horen krijg dat ik niet deug
en een rotmens ben, is thuis. ”
Ogen geopend
Van verschillende kanten kreeg ik te horen dat ik zo’n leuk mens was. Toen dacht ik: de enige plek waar ik te horen krijg dat ik niet deug en een rotmens ben, is thuis. Pas toen iemand me vroeg eens met andere ogen naar mijn man te kijken, vielen de puzzelstukjes op hun plek. Zou het kunnen dat mijn man narcistisch was? Ik ging me erin verdiepen en herkende het patroon dat zo iemand continu de schuld bij een ander neerlegt. Of de feiten zo verdraait dat je denkt: ben ik nou gek? Ik kreeg het advies om een veilige omgeving voor mezelf te creëren waarbinnen ik steun kreeg. Toen kwam ik erachter dat dat niet bij mijn ex was.
Meerdere kanten
Mijn hele leven heb ik de schuld bij mezelf gezocht. Om de simpele reden dat ik niet anders kón, niet anders geleerd had. Bij elke nieuwe therapie was mijn vertrekpunt hetzelfde: het ligt aan mij, er is iets mis met mij, help me alsjeblieft. Jaren later bleek hoe destructief de rol van mijn man was, hoe hij heeft verergerd dat ik zo onzeker werd. Het had zoveel uitgemaakt als eerder gezegd zou zijn ‘misschien moeten we eens níét naar je partner luisteren’. Ik ben dankbaar voor de systeemtherapie en vond het heel fijn dat ze niet alleen professioneel maar ook persoonlijk betrokken waren.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.