Na verschillende voorvallen in het verleden en op het werk als hulpverlener, werd Linda* (43) opgenomen in een GGZ-instelling. Gedurende haar zoektocht naar de juiste behandeling heeft ze haar tijd in de psychiatrie als verschrikkelijk ervaren. Zonder de steun van naasten vindt ze het lastig om de toekomst nog positief in te zien. Wel weet ze één ding zeker: ze wil haar verhaal delen zodat mensen weten hoe erg het ook mis kan gaan in de psychiatrie.
‘’Tijdens het werk als hulpverlener kreeg ik weinig begrip van mijn werkgever en collega’s voor mijn thuissituatie. Naast dat ik toen voor de rechter moest verschijnen, was ik ook veel bezig met de extra zorg die mijn zoon nodig had. Mijn ex was veel van huis dus ik moest deze zorg veel alleen doen. Nadat op het werk verschillende voorvallen plaatsvonden, stortte ik in. In mijn jeugd was sprake van emotionele verwaarlozing en daarnaast heb ik een pestverleden met zowel fysieke als psychische agressie en dit kwam weer terug. Ik kreeg zelf suïcidale gedachtes en nadat mijn ex hierachter kwam, werd ik opgenomen en gediagnosticeerd met een complexe posttraumatische stressstoornis (cPTSS, red.).
“Ik werd gestalkt en beschuldigd van diefstal, en ik had te maken
met oneerbare voorstellen, leugens en doodsbedreigingen.”
Zoektocht naar de juiste behandeling
Opgenomen in een GGZ-instelling, bevond ik mij in een onveilige omgeving. In deze instelling zat alles door elkaar: mensen met eetstoornissen, psychoses, trauma’s en verslavingen. Ik werd gestalkt, beschuldigd van diefstal, en ik had te maken met oneerbare voorstellen, leugens en doodsbedreigingen. Het werd zo erg dat ik, mede door wat er in mijn verleden was gebeurd, een suïcidepoging deed. Ook ervaarde ik mijn tijd in een andere zorginstelling waar ik tijdelijk woonde, als negatief. Het voelde hier als een gevangenis met strenge regels waar het brandalarm meerdere keren per week afging en er werd gespuugd in je eten.
Nooit kreeg ik de behandeling die ik wilde. Ik werd uitgelachen of instellingen wilden of konden mij niet helpen. Pas toen ik een kliniek in het buitenland vond, werd ik respectvol en empathisch behandeld. Maar na een paar weken in behandeling, kwam ik erachter dat de behandeling duizenden euro’s bleek te kosten. Dit werd niet vergoed. Ik moest vervroegd stoppen met de behandeling en was ook nog eens dat geld kwijt.
Gevaar van medicijnen en foute diagnoses
Gedurende mijn opname in de eerste instelling heb ik medicijnen gekregen met veel bijwerkingen. Doordat de hulpverlening niet op de hoogte was van een afwijking in mijn lever heb ik een medicatievergiftiging opgelopen. Hier ben ik heel erg ziek van geworden. Naast de medicatie ben ik ook fout gediagnosticeerd. Ik kwam naar de instelling met de hulpvraag om te normaliseren. In plaats daarvan ben ik gepsychiatriseerd. Ik kreeg meerdere persoonlijkheidsstoornissen op mij geplakt die uit de losse pols waren gesteld. Het doel van normaliseren schoot aan zich voorbij. Als ik alleen al mijn broek optrok werd het al in mijn dossier gezet. Ik durfde op een gegeven moment niks meer te zeggen, want alles wat ik deed werd gepsychiatriseerd. Voor de cPTSS die ik daadwerkelijk had, werd ik nooit behandeld.
“Ik heb het gevoel dat ik van een goed mens
naar een compleet gestoord mens ben gegaan.”
Gevolgen
Van de medicatie heb ik fysieke klachten overgehouden. Ik heb spasmes gekregen, een draainek en hangende mondhoeken. Ik ben veel aangekomen en incontinent geworden. De chronische pijn maakt mij doodmoe. Tot op heden is hier geen oplossing voor. Hierdoor woon ik begeleid, mag ik niet meer autorijden of fietsen en word ik gedoucht door de thuiszorg. Mijn zelfbeeld is hierdoor nog meer aangetast, ik schaam mij kapot als ik buiten loop.
Ook door de verschillende diagnoses die op mij zijn geplakt is mijn zelfbeeld aangetast. Ik heb het gevoel dat ik van een goed mens naar een compleet gestoord mens ben gegaan. Ik noem het karaktermoord. Mijn vertrouwen in de hulpverlening is volledig weg. De medicijnen en de foute diagnoses hebben mij zieker gemaakt dan ik was.
Geen mensen om mij heen
In mijn omgeving heb ik eigenlijk niemand meer… Ik ben onderuitgehaald door de mensen die het dichtst bij me stonden. Mensen die mij al vanaf mijn geboorte kenden, zagen dat ik niet veranderde, en lieten mij daarom als een baksteen vallen. Mijn vrienden kwamen eerst nog op bezoek maar toen ik niet opknapte, kwamen zij niet meer. Eerst kwam ik nog bij mijn ouders thuis maar naarmate mijn vader agressiever werd en mij mishandelde kwam ik ook daar niet meer. Inmiddels is het contact met mijn ouders verbroken. Ook is het contact met mijn ex verschrikkelijk, hij treitert en scheldt mij uit. . Met mijn kinderen heb ik nog wel contact, maar die zien mij niet meer als de moeder die ik ooit was. Ik ben een goede moeder geweest, maar door alles wat er is gebeurd en de bureaucratie rondom mijn zoon, ben ik kapotgegaan.
Ontzettende schuldgevoelens
Het lukt mij niet om te accepteren wat ik allemaal heb meegemaakt. Ik ben alles kwijt en ik zie geen toekomst meer voor mijzelf. Werken in de psychiatrie wil ik nooit meer. Waar ik nu vooral mee kamp zijn ontzettende schuldgevoelens. Schuldgevoelens over mijn suïcidale gedachten terwijl ik kinderen heb en dat ik mij als hulpverlener mezelf zo ver over de grens heb gejaagd dat ik een gevaar werd voor mijn omgeving. Ook heb ik nog veel angsten en financiële zorgen. Doordat ik zo psychisch en fysiek ben aangedaan, heb ik op dit moment gesprekken met de levenseindekliniek over euthanasie. Wat mij nog overeind houdt, is toch nog ergens een beetje de hoop dat ik de behandeling krijg die ik nodig heb. Ook weet ik dat mijn verhaal naar buiten moet komen zodat men weet hoe het ook mis kan gaan in de psychiatrie.”
*Omwille van privacy zijn namen en herkenbare details aangepast.
Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Neem dan gratis en anoniem contact op met de hulplijn van 113: bel 0900-0113 of chat via www.113.nl.