Kijk verder dan iemands autisme

Olivier* (36) had een moeilijke jeugd. Thuis voelde hij zich niet geborgen. Integendeel, het was voor hem een onveilige omgeving waar hij door zijn ouders werd verwaarloosd en mishandeld. Op zijn vierde kreeg hij de diagnose autisme. School was ook geen fijne plek voor Olivier; hij vertoonde moeilijk en onbegrepen gedrag, waar vreemd genoeg geen actie op werd ondernomen. De leraren keken weg. Hij was twintig toen hij ging ‘wonen onder begeleiding’, nadat hij aan zijn ouders had aangegeven dat hij thuis weg wilde. Voor Olivier veranderde er niet veel. Hij bleef zich onveilig en niet gezien voelen. Nu hij, na veertien jaar beschermd wonen, een eigen onderkomen heeft, blikt hij terug. Hij is boos en verdrietig, maar ziet ook perspectief.

Begeleid wonen zou veilig moeten zijn

Olivier vertelt: “Ik heb nooit het idee gehad dat er oprechte aandacht was in de tijd dat ik onder begeleiding woonde. Net zoals vroeger thuis en op school, richtte de aandacht zich weer op dátgene wat ik niet kon; op de beperkingen door mijn autisme. Als ik sprak over studeren of werken dan werd mij gezegd dat de Sociale Werkplaats het hoogst haalbare voor mij was. Enige support of stimulans om meer uit mezelf te halen ontbrak volledig; ik werd ‘klein’ gehouden. Ook werd ik regelmatig gepest door andere bewoners. De hulpverleners grepen dan niet in en bagatelliseerde dat gedrag. Dat had een behoorlijke impact op het vertrouwen dat ik had in de mensen die daar werkten. En als ik wel een klik had met iemand, dan was er door het hoge verloop onder het personeel, nauwelijks tijd om een vertrouwensband op te bouwen. Ook had ik het vermoeden dat een deel van de hulpverleners niet echt geschikt waren voor het werk wat ze deden. Al deze omstandigheden zorgden ervoor dat ik me ging isoleren; vaak zat ik in mijn kamer achter mijn computer. Ik kreeg last van angsten en van depressieve klachten. Daarvoor werd ik doorgestuurd naar een psycholoog. Maar door mijn ervaringen met hulpverleners, en misschien wel met mensen in het algemeen, had ik helaas niet de behoefte om te delen wat er in me omging, dat voelde niet veilig.

“Ze staarden zich blind op autisme”

Traumatisch

Terugkijkend is Olivier zich er bewust van dat hoe hij in het leven staat te wijten is aan een opeenstapeling van negatieve ervaringen. Het begon met een moeilijke jeugd, waar hij opgroeide in een onveilige omgeving, gevolgd door veertien jaar ‘begeleid wonen’ waar hij zich ook niet op zijn plek voelde. “Ik heb nooit beseft dat mijn jeugd traumatisch voor mij is geweest. Veel van de klachten die ik had gedurende de periode dat ik onder begeleiding woonde kan ik niet los daarvan zien; ik besef dat pas sinds kort. En die periode zelf heeft ook zijn sporen nagelaten, ik durf best te zeggen dat het patroon vanuit mijn jeugd zich daar deels herhaalde. Een trauma op een trauma dus. Het zou me zeker geholpen hebben als er vanuit de instelling waar ik woonde meer gekeken was naar wie ik nog meer was. Waarom ik mij gedroeg zoals ik me gedroeg en dat mijn klachten niet alleen werden verklaard vanuit een autistisch perspectief. Het is jammer en niet goed dat de hulpverlening daar geen oog voor had. Vanuit mezelf kwam het helaas niet, ik wist ook niet beter. Maar zij hadden het best kunnen zien of in ieder geval hadden zij mij meer ruimte kunnen geven om over mijzelf te praten.”

Meer vrouw dan man

In het leven van Olivier hebben seksualiteit en religie een bepalende rol gespeeld. “Ik ben opgegroeid in een religieuze omgeving. In ons gezin was de Bijbel altijd aanwezig; voor een andere kijk op het leven was geen plaats. Ik heb me nooit thuis gevoeld bij het geloof, maar het vinden van mijn eigen weg, buiten het geloof om, is voor mij altijd een grote worsteling geweest.” Dat Olivier zich ook meer vrouw voelde dan man maakte het niet gemakkelijker. “Omdat ik ben opgegroeid in een streng religieuze omgeving heb ik me daarover nooit durven uitspreken. Wel heb ik deze gevoelens eens gedeeld met een begeleider. Ik werd toen naar een plek gestuurd waar seksuele voorlichting werd gegeven aan mensen met een verstandelijke beperking. Wederom voelde ik me niet serieus genomen; ik had werkelijk geen idee wat ík daar aan moest met mijn transgendergevoelens.”

“Bij lotgenoten vind ik erkenning”

Lotgenoten en erkenning

Sinds kort woont Olivier zelfstandig. Hij zoekt nu online steun bij lotgenoten en bij een luisterlijn. Daar ervaart hij erkenning. “Het is fijn om van een ander te horen dat wat ik meegemaakt heb heftig en veel is. Dat helpt mij om boosheid en verdriet te voelen en ook te uiten. Zo kan ik het beter verwerken en voelt het soms al minder zwaar. Maar buiten deze onlinewereld leef ik nog steeds behoorlijk geïsoleerd. Voor een volgende stap realiseer ik me dat ik meer hulp nodig heb. Zelf durf ik daarvoor geen actie te ondernemen. Wel heb ik nu mijn verhaal naar iemand gemaild die zich daarvoor in gaat zetten. Ik hoop, dat als ik volgend jaar verhuisd ben, ik dan eindelijk de hulp ga krijgen die ik al zo lang nodig heb. Nu lijkt studeren of werken nog ver weg voor mij. Maar met de juiste hulp komt dat hopelijk wat dichterbij.”

* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.