Pieter* (45 jaar) durft en kán de woorden ‘het gaat goed met mij’, na lange tijd weer uit te spreken. Ruim twintig jaar heeft dat geduurd. Een tijd die hij veelvuldig doorbracht in psychiatrische klinieken of in beschermde woonvormen. Pieter ervoer daar weinig ruimte om aan zichzelf te werken en om weer een leven te hebben dat hem voldoening zou brengen. Dit veranderde toen hij twee jaar geleden tijdens een opname een vrouw leerde kennen. Na de opname bleven ze contact houden. Zij vertelde hem hoe ze haar leven probeerde op de rit te krijgen en wat haar daarbij écht hielp. Voor Pieter ging een nieuwe wereld open.
‘’Mijn jeugd was allesbehalve standaard. Op jonge leeftijd, ik was drie of vier jaar, verdween mijn vader uit mijn leven en op mijn zeventiende overleed mijn moeder op de PAAZ. Ze was daar opgenomen omdat ze dachten dat haar klachten werden veroorzaakt door een psychiatrische aandoening. Pas na haar dood bleek ze een hersentumor gehad te hebben. En ikzelf heb op jonge leeftijd een ernstig auto ongeluk gehad waar ik tot op heden nog last van heb. Misschien heb ik me door al die traumatische ervaringen vaak anders gevoeld dan anderen, een buitenbeentje. Desondanks gedroeg ik me niet anders, tenminste dat probeerde ik. Ik wilde er graag bij horen en dat deed ik door me aan te passen aan het gros van de mensen. Als ik dit zo zeg, denk ik dat mijn jeugd, helaas, een goede voedingsbodem is geweest voor mijn psychische ontregelingen op latere leeftijd.
De eerste klachten
Ik was begin twintig, studeerde op de Hogeschool voor illustrator, had vrienden en speelde in een heavy metal bandje. Het ging best goed met me en eigenlijk wees niks erop dat mijn leven op z’n kop gezet ging worden. Maar het gebeurde, langzaamaan veranderde er iets in mij. Studeren en muziek maken ging moeilijker en ik werd vervelend naar anderen toe. Ik had veel moeite me te concentreren en kon steeds minder verdragen. Ik merkte het zelf ook maar ik was niet in staat om bij te sturen. Mijn gedrag zorgde ervoor dat ik mijn vrienden kwijtraakte, het contact met een groot deel van mijn familie verwaterde en dat ik moest stoppen met mijn studie. Ik voelde me eenzamer en eenzamer. Het was een lange aanloop naar, waarvan ik nu weet, een psychose.
Een psychose is doodeng
De psychose begon terwijl ik thuis op het web aan het surfen was. Om mij heen doemden vage schimmen op en hoorde ik geluiden die ik nog niet eerder gehoord had. Ik had geen idee wat er gebeurde en waar dit alles vandaan kwam. Maar het gebeurde, en het was echt. Het maakte mij in eerste instantie ontzettend angstig. De angst was zo groot dat ik het denk ik niet aan kon en hij veranderde in boosheid en agressiviteit. Ik was boos op de wereld en voelde een heel sterke drang om iemand wat aan te doen; het was bijna niet tegen te houden. Maar ik wílde niemand pijn doen. Uit pure wanhoop ben ik toen banden lek gaan steken, zo kon ik tenminste mijn agressie kwijt.
Vage schimmen en geluiden doemden op
Uiteindelijk ben ik via de politie terechtgekomen op een gedwongen opnameafdeling. Ik wist niet wat me overkwam, ik was opeens op een wereldvreemde plek beland met allemaal rare mensen; zo beleefde ik het. Na een jaar werd ik op een beschermde woonvorm geplaatst waar ik zes jaar verbleef. Ik kon niet overweg met de mensen daar, het leek of niemand mij snapte; weer voelde ik me een buitenbeentje. Én, ondanks de medicatie, bleef ik last houden van waandenkbeelden en ernstige depressieve klachten. Wat zeker ook niet hielp was dat ik mijn psychiater niet vertrouwde. Het waren geen goede omstandigheden om te kunnen herstellen.
De weg naar herstel
Dat wat de GGZ mij aanbood aan zorg paste niet bij mij en hielp me niet verder. De medicatie zorgde er dan wel voor dat ik niet sterk ontregelde maar ik maakte niet de stappen die ik graag wilde maken; de wanen en de depressies bleven. Inmiddels woonde ik wel weer zelfstandig met zorg aan huis. Maar het ging weer mis, en ik belandde weer in de kliniek. Daar ontmoette ik een vrouw waarmee het klikte. Via WhatsApp bleven we na de opname met elkaar in contact; ik kon er zijn voor haar en zij voor mij. Dat voelde goed, eindelijk zag ik weer wat lichtpuntjes in mijn leven. Ze vertelde mij over een online cursus die ze bij een life coach aan het volgen was en hoe het haar hielp. Ik zag dat het haar goed deed en besloot ook die kant op te gaan.
Ik ben liefdevoller, zelfstigma maakt plaats voor zelfacceptatie
De cursus bestaat uit een uitgebreid programma met onder meer meditatie- en yogatrainingen. Ook staan er veel podcasts op. Ik voel me er goed bij. Daar waar ik binnen de GGZ jarenlang stil heb gestaan, in feite hielp alleen de medicatie mij, ben ik nu meer bezig met zelfontplooiing en zelfontwikkeling. Ik ben positiever, mijn emoties zijn stabieler en mijn waandenkbeelden zijn zo goed als weg. Het doet me echt goed. Ik kom meer tot mezelf en ben ook liefdevoller naar anderen toe. En het fijne is dat het ook de band met mijn psychiater heeft verbeterd. Ik kan nu meer open zijn en beter aangeven wat ik ervaar. Daardoor vertrouw ik mijn psychiater meer dan voorheen en voel ik me ook meer gezien. Ik denk dat het voor nu een goede combinatie is: de weg die ik zelf gevonden heb buiten de reguliere GGZ en de zorg die ik vanuit de GGZ ontvang. Ik leef nu meer bewust en probeer meer bij het hier en nu stil te staan. Wat me dat uiteindelijk gaat brengen weet ik niet. Maar ik hoop dat, als ik deze stappen blijf zetten, mezelf meer en meer ga accepteren, dat de toekomst nog iets moois voor mij in petto heeft. Dat zal vast met vallen en opstaan gepaard gaan, maar ik zie de toekomst in ieder geval een stuk positiever tegemoet dan voorheen.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.