Het bespreekbaar maken van psychische problemen, ook bij jongeren

Afbeelding bij Het bespreekbaar maken25 jaar geleden ontwikkelde Hadassa* (42) een paniek- en angststoornis. Er was in die tijd niet veel ruimte om hierover te spreken. Het proces bij de psycholoog was iets waarbij haar ouders weinig betrokken werden, en nog steeds wordt er over deze periode in haar oorspronkelijke gezin niet gesproken. Inmiddels zet Hadassa zich in als coach bij haar eigen praktijk, waar ze psychische problemen bespreekbaar maakt bij jongeren. Ze zegt dan soms, ‘joh, dat heb ik ook gehad’. Dan ziet ze de jeugd ademhalen, zo van; ‘oh, dus daarna kun je gewoon nog een leven hebben?’

‘’Het begon toen ik net was begonnen aan een nieuwe HBO opleiding voor leerkracht basisonderwijs, en daar deed ik heel erg mijn best voor. Ik deed overal aan mee. Achteraf zeg ik: ik ben een perfectionist. Ik kom uit een lief gezin, maar over heel veel dingen werd niet gesproken. Dus dat ik het eigenlijk best spannend vond om naar de stad te reizen, daar werd niet over gesproken. Op een dag ben ik heel snel naar het dorp gefietst omdat ik wat moest kopiëren, en toen heb ik een aanval van hyperventilatie gekregen. Daar werd thuis een beetje boos op gereageerd, in de zin van: “Ja, nou, je bent ook zo druk”. Dus eigenlijk: stom, het is je eigen schuld.

“Je brein gaat heel snel denken: ik heb die hyperventilatie daar gekregen, wat als ik dat weer krijg?”

Ik was ontzettend bang voor dat hyperventileren. Dan ontwikkel je gewoon in een paar weken een straatfobie. Want je brein gaat heel snel denken: ik heb dat daar gekregen, wat als ik dat weer krijg? Je ontwikkelt daardoor angst voor de angst. En ik vind het wel echt bizar hoe snel je kunt vallen dan, in een paar weken tijd.

Op dat moment liep ik stage en ik vond het steeds lastiger om er naartoe te fietsen en voor de klas te staan. Het zijn ook intensieve stages: je bent met mensen bezig, dus je moet er wel echt staan ook. Op een gegeven moment ben ik niet meer gegaan en heb ik mij ziek gemeld. Je gaat het gooien op ‘ik ben zo moe’. Je voelt je ook moe en uitgeput. De hyperventilatie aanval was in de herfst en met de kerst zat ik volledig thuis.

Vriendschappen

Ik had op de middelbare school vriendinnen, en ik was natuurlijk de hele tijd ‘Sjaak afhaak’. Pubermeiden zijn snoeihard, die begrijpen dat niet, dus de vriendschap gaat op een gegeven moment over, wordt ingewikkeld of je wordt een beetje aangekeken van ‘nou, je bent er nooit’.

“Het is in die tijd nooit bij mij opgekomen
om er met vriendinnen over te praten.”

Misschien als de psychologen ook met ouders hadden gesproken, hadden we echt naar de hele context kunnen kijken. Mijn moeder kende de moeders van die vriendinnen. Je hoeft niet altijd via de pubers te spelen, maar je zou ook kunnen zeggen, joh, hè, mijn dochter zit eventjes in de problemen. Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat vriendschappen overeind blijven?

Ik heb een vriendin uit die periode nog, en die heeft later weleens tegen mij gezegd ‘Ik dacht wel, wat is er met jou aan de hand?’ Maar ze had ook nog andere vriendinnen dus het leven ging voor haar door. Ze zegt ook dat als ze het geweten had, ze er voor mij had kunnen zijn. Zelfs met terugwerkende kracht is dat helend, maar het is in die tijd nooit bij mij opgekomen om er met vriendinnen over te praten.

Worsteling

Ik kon niet alleen zijn. Mijn ouders hadden een eigen bedrijf, dus als mijn moeder werkte, dan ging ik met haar mee. Aan de ene kant was ik daar heel blij mee, want dan hoefde ik niet alleen thuis te zijn. Maar dan kwamen er allerlei mensen binnen en die zagen mij zitten. En je voelt dat, ‘Waarom zit je hier?’ Je bent raar, er klopt iets niet, maar er wordt niet over gesproken. ‘Ze kan even niet naar school’, werd er gezegd.

In die tijd kreeg ik verkering met mijn man van nu. Al gauw zei ik: ‘Nou, ik loop wel bij een psycholoog: ik vind bepaalde dingen lastig.’ En ik heb een topkerel want hij was daar begripvol voor, maar ik weet dat hij ook het een keer tegen zijn moeder liet ontvallen, en dat zijn moeder zei: ‘O, daar hebben we het maar niet over.’ Dus in zo’n omgeving ben je aan het worstelen.

Als ik terugkijk naar die periode dan denk ik, ach wijffie, dat je het zó gehad hebt. Iedereen heeft zijn dingen die je overkomen, maar dat je dan ook nog zo in die omgeving daardoorheen worstelt.

Groepstherapie

Nadat ik was getrouwd en op mezelf woonde ben ik in groepstherapie gegaan. En dat vond ik vreselijk en goed tegelijk. Ik ging er altijd met lood in mijn schoenen heen. Maar ik weet dat ik jaren daarna nog weleens dacht, wat zou ik daar nog wel weer eens onderdeel van willen uitmaken. Niet omdat het slecht gaat, maar gewoon omdat je zoveel leert van een ander. Dat was écht, dat vond ik heel mooi.

Er werd elke keer een hulpvraag behandeld, iedereen bereide een hulpvraag voor. Ik kwam daar een keer op donderdag en op dinsdag zou ik op vakantie gaan. Maar ik wilde helemaal niet weg, ik durfde niet. Dus ik dacht, dat wordt mijn hulpvraag. Maar mijn hulpvraag werd die avond niet beantwoord, en toen moest ik het toch echt zelf doen. Ik ben toen op vakantie geweest en ik heb een heel goede vakantie gehad. Dat was voor mij een kentering, dat ik dacht, ook als niemand mij helpt en ik het dus écht zelf moet doen, kan ik het dus uiteindelijk zelf.

En dat is denk ik vanaf het begin een boodschap voor mij geweest die ik moest gaan voelen en ervaren. Dat je leert: ik kan het echt zelf.

Gevoel er laten zijn zoals het er is

Als je gevoel leert verdragen weet je gewoon: het mag er zijn. Dan je weet, ik vind het gevoel niet leuk, maar ik kan het aan. Maar als je het skipt, dan blijft de angst dat het gevoel je overvalt.

Nu in mijn omgeving, mag het er zijn zoals het er is. Maar ik merk nog steeds dat er mensen zijn die er zo instaan als mijn ouders destijds. Ik voel me dan een beetje een pionier, in deze contreien. Ik denk dat er in de stad wel veel meer is veranderd. Ik vind het daarom ook mooi, want ik heb geen psychologenpraktijk, maar ik stuur mensen wel door. Mensen durven aan mij dingen te vertellen, en dan gaan ze een coaching traject aan bij mij, of ik zeg, ga naar een psycholoog. En dan gaan ze. En dat vind ik heel mooi, dat ik die opstap mag zijn.”

* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.