Ik blokkeerde mijn gevoelens en leefde zo normaal mogelijk

In haar pubertijd veranderde Joyce* (44) van een ‘gewoon meisje’ in een steeds angstiger persoon. Ook begon ze dingen te zien en te horen die er niet waren. De ernst hiervan zag zowel de omgeving als Joyce zelf niet in. Lange tijd wist ze hierdoor niet wat er aan de hand was en probeerde ze zo normaal mogelijk te doen. Ondanks dat Joyce zware periodes heeft gekend, ervaart zij haar psychische kwetsbaarheid niet enkel als negatief en zet ze haar kennis momenteel in als ervaringsdeskundige.

“In mijn pubertijd leek niemand te zien wat er echt met mij aan de hand was, ook ik zelf niet. Ik nam wat er met mij gebeurde voor lief. Hierdoor werd ik steeds psychotischer. Ik dacht bijvoorbeeld dat fruitvliegjes mij ’s nachts wilden vermoorden. Door dergelijke hallucinaties werd ik steeds angstiger. Uiteindelijk nam ik de stap om naar een psychiater te gaan. Die gaf pillen, maar geen diagnose. De medicatie hielp tegen de angsten, terwijl mijn depressieve gevoelens bleven. In mijn studententijd lag ik alleen nog maar in bed. Gewoon ongelukkig, dacht ik. Ik wist nog niet wat er echt aan de hand was.

Normaal doen

‘Ik moet normaal doen’ concludeerde ik nadat ik op televisie een documentaire zag over schizofrenie. Ik herkende de symptomen en vreesde voor een gedwongen opname. Naar mijn idee stond ik voor twee keuzes: normaal doen of een einde aan mijn leven maken. Ik belde mijn psychiater af, gooide mijn pillen weg, blokkeerde mijn gevoelens en probeerde zo normaal mogelijk te leven. Zo maakte ik mijn universitaire studie af en ging samenwonen met mijn toekomstige man. Ik ‘vergat’ hoe ik mij eerder voelde, daar sprak ik ook niet meer over, zelfs niet met mijn man. Nee, ik voelde me goed.

“Ik ben vaak teleurgesteld in de hulp die ik kreeg”

Eindelijk duidelijkheid

Het leek dus perfect, totdat ik na mijn bevalling een kraampsychose kreeg. Ik hoorde overal muziek en baby’s in de muren. Het was chaos in mijn hoofd en ik werd geleidelijk steeds verder mijn psychose en depressie in gezogen. Net zoals eerder in mijn leven, had ik pech met hulpverleners en werd mijn vertrouwen beschadigd. Het leek alsof ze niet zagen hoe slecht het met me ging en werd meermaals naar huis gestuurd. Door zelf actief naar hulp te blijven zoeken, kreeg ik uiteindelijk een diagnose: een schizoaffectieve stoornis. Toen ik mijn dagboeken teruglas, realiseerde ik me dat ik hier in mijn pubertijd en studententijd ook al last van had gehad. Dit gaf me duidelijkheid. Ik werd meerdere maanden opgenomen en onderging zware behandelingen zoals elektroshocktherapie.

Eenzame strijd

Vanuit huis uit heb ik geleerd niet over problemen te praten. Van mijn familie heb ik daarom weinig steun ervaren. Ook bij de hulpverlening werd ik vaak verkeerd begrepen. Ik heb daarom lang alleen met mijn problemen geworsteld en voelde me eenzaam. Als ik met mijn twee jonge kinderen naar huis werd gestuurd terwijl ik eigenlijk psychotisch was, voelde ik me niet gehoord. Dat is een verschrikkelijk gevoel.

Ik ben niet gevaarlijk

Ondanks dat ik afweek van de norm, voelde ik me dankzij mijn werk nog wel een onderdeel van de maatschappij. Toch merkte ik dat collega’s afstand hielden. Ook bij vrienden merkte ik dit. Een vriendin vertelde bijvoorbeeld dat zij bang was geworden na verhalen over een geweldsincident met iemand met een psychose. Ik kan me voorstellen dat iemand agressief wordt door angsten die bij een psychose naar boven komen, maar dit was bij mij niet het geval. Ik ben niet agressief van aard, ook niet tijdens een psychose. Je hoeft niet bang te zijn voor mij.

“Ook met een psychische kwetsbaarheid

is een mooi leven mogelijk.”

Trots

Een psychische kwetsbaarheid gaat samen met veel negativiteit. Je bent ziek, kan niet meer werken en ook met vrienden en familie kan je niet meer alles doen. Toch heeft het mij ook veel gebracht. Ik ben anders in het leven gaan staan en ben meer met de dag gaan leven. Ik ben veel bewuster van hoe ik me voel. Daarnaast focus ik meer op de mooie dingen in plaats van de obstakels. Ik zal altijd kwetsbaar blijven en moet hard blijven werken om het evenwicht te bewaren. Hierbij probeer ik mezelf eraan te herinneren wat echt belangrijk is: dat je je goed voelt. Bovendien wilde ik graag écht nuttig werk gaan doen en zet ik me tegenwoordig in als ervaringsdeskundige. Ik ben trots op wie ik ben en het leven dat ik heb. Ik heb namelijk iets bijzonders meegemaakt waar ik anderen mee kan helpen. De psychiatrie moet veel minder in hokjes denken. Investeer tijd om te zien hoe het echt met iemand gaat.”

*Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.