Johan* (52) had zich erbij neergelegd dat een leven nooit helemaal zo loopt als je misschien zou willen. Hij was tevreden met wat er wel was: een eigen huis en een zinvolle baan. Tot hij op zijn werk tegen zijn eigen grenzen aanliep. Zijn eerste zorg was dat hij zijn baan zou verliezen. Maar toen zijn werkgever enkel begripvol reageerde, ontstond ruimte om op zoek te gaan naar de dieperliggende oorzaak. Want waarom was het hem nooit gelukt een echte vriendenkring op te bouwen? En waarom voelt hij zich ongemakkelijk als hij een telefoongesprek voert? Op die vragen kreeg hij een antwoord toen hij op zijn 46e professionele hulp zocht.
“Ik vind het niet nodig om een label te krijgen, want ik heb me tot nu toe altijd gered. Maar ik wil wel graag begrijpen hoe ik in elkaar zit. Ik ben daar al van jongs af aan in geïnteresseerd. Zo houd ik bijvoorbeeld sinds mijn achttiende een dromendagboek bij. Dat geeft me inzicht in hoe ik omga met alles wat ik op een dag meemaak. En op gegeven moment kreeg ik een boek over hooggevoeligheid in handen. Ik huilde toen ik dat las, omdat ik er zoveel uit herkende. Maar het kwam nooit in me op dat ik misschien zou kunnen lijden aan een psychische stoornis. Dat heeft denk ik ook te maken met de tijd waarin ik opgroeide. Er waren toen bijvoorbeeld mensen die geloofden dat autisme zou worden veroorzaakt doordat moeders hun kinderen te kil behandelden. Ik begrijp dat het voor mijn ouders destijds een te grote stap was om me te laten onderzoeken.
Het lukte me niet
Pas toen er op mijn werk iets ingrijpends gebeurde, keek ik ineens met andere ogen naar mijn gedrag. Ik kreeg de kans om leiding te geven aan het team waarin ik werkte. En omdat ik graag leer en mezelf ontwikkel, ben ik de uitdaging aangegaan. Maar hoezeer ik ook probeerde mezelf die nieuwe rol eigen te maken, het lukte me niet. Ik vertelde het mijn werkgever en was bang dat ik zou worden ontslagen. Hij reageerde juist begripvol en gaf me mijn oude werk weer terug. Daardoor ontstond ruimte om echt naar mezelf te kijken. Ik wilde antwoorden, maar ik kon het niet alleen. Daarom heb ik contact gezocht met een psychologisch adviesbureau.
“Het kwam nooit in me op dat ik misschien zou kunnen lijden aan een psychische stoornis.”
Eigen keuze
Ik kreeg een intake en de psycholoog bepaalde dat ik maximaal tien gesprekken zou krijgen. Uiteindelijk is het bij één vervolggesprek gebleven. Want de professor die me behandelde, vertelde me na ongeveer dertig minuten dat ik waarschijnlijk een milde vorm van autisme heb. En hij stelde me voor een keuze. Ik mocht na een paar weken terugkomen voor een nieuwe afspraak, of eerder als ik wilde. Maar ik mocht ook opbellen en het hele behandeltraject stopzetten. Toen ik de deur uitliep, wist ik meteen dat ik het daarbij zou laten. Ik hoef geen label, ik heb geen klinische zorg nodig.
Zo min mogelijk prikkels
Nu ik weet dat ik hoogstwaarschijnlijk een stoornis in het autistische spectrum heb, kan ik situaties beter plaatsen en begrijp ik waarom ik sommige keuzes heb gemaakt. Ik heb ook een paar eigenaardigheden die ik nu beter kan verklaren. Ik verdraag bijvoorbeeld de structuur van bepaald eten niet. Een banaan of een appel, dat gaat allemaal nog. Maar al het andere fruit kan ik gewoon niet in mijn mond hebben. Óf ik moet het dan in één keer doorslikken, óf ik moet het uitspugen. Dus een etentje met collega’s is dan lastig. Dan bestel ik vaak een schnitzel en een dame blanche. En teveel prikkels vind ik ook ingewikkeld. Ik ben op een gegeven moment gestopt met muziek luisteren en tv kijken. Een omgeving met zo min mogelijk prikkels maakt me kalm. Mijn autistische stoornis heeft ook voordelen. Zoals vaker voorkomt bij mensen met een vorm van autisme, ben ik analytisch scherp en bovendien behoorlijk vasthoudend. Daardoor zijn de gegevens de ik op mijn werk aanlever altijd correct en actueel. Daar is mijn werkgever natuurlijk blij mee!
“Ik heb een paar eigenaardigheden die ik nu beter kan verklaren.”
Onderzoek naar autisme
Ik doe regelmatig mee aan onderzoeken en experimenten die tot doel hebben autisme beter te begrijpen. Er was bijvoorbeeld een onderzoek over in hoeverre mensen met autisme anders op prikkels reageren. Daarnaast heb ik meegedaan aan een studie over hoe mensen met autisme leren en waar die processen in de hersenen plaatsvinden. Ik vind het fijn daaraan bij te kunnen dragen en tegelijkertijd begrijp ik mezelf daardoor ook beter. En mochten onderzoekers interesse hebben in een studie over dromen, dan zijn ze meer dan welkom mijn dromendagboek te gebruiken.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.
Uw verhaal is belangrijk!De Verhalenbank Psychiatrie onderzoekt de impact van een psychische kwetsbaarheid op iemands leven. We verzamelen persoonlijke verhalen van (ex)patiënten, naasten en hulpverleners, om wetenschappelijk onderzoek te doen. Daarnaast willen we psychiatrische patiënten en hun omgeving een stem geven. Het verwoorden en delen ervan kan het persoonlijke herstelproces ondersteunen. Voor anderen kan het verhaal een bron van troost en inspiratie zijn. Dus bent u (ex-)patiënt, naastbetrokkene of professional: wij horen graag uw verhaal! U kunt zich hier aanmelden. |