Lida* (67) begrijpt dat haar man en dochter zich zorgen maken wanneer ze druk is. Zevenentwintig jaar geleden was die drukte namelijk de opmaat voor haar eerste psychose. Haar dochter Sandra* is daar zo van geschrokken dat ze er een trauma aan over hield. En Harm*, haar man, houdt nog altijd nauwlettend haar agenda in de gaten. Inmiddels heeft Lida haar bipolaire stoornis goed onder controle met medicatie en begeleiding door een psychiater. En onlangs boekte ze succes met een publicatie over een thema waar ze in haar werk veel mee te maken had. Toch vervallen Lida, haar man en dochter af en toe nog in een vicieuze cirkel van angst.
“Ik ben twee keer behoorlijk doorgeschoten, waarschijnlijk was er beide keren sprake van een psychose of een neiging daartoe. Dat gebeurde voor het eerst toen ik in de overgang kwam. Ik was vijfenveertig en ben toen flink ontspoord. Ik had slapeloze nachten, ging veel weg, smeet met geld en had allerlei rare uitspattingen. Zelf had ik niet in de gaten dat het goed mis was. Ik werd gedurende twee weken opgenomen in een kliniek, waar met name medicatie centraal stond. Er werden wel wat dagactiviteiten georganiseerd, maar er was geen ruimte voor gesprekken. Dat kwam pas later, toen mijn huidige psychiater een keer kwam invallen. Met haar kan ik wel praten en zij was het ook niet eens met het ruimhartige medicatiebeleid. Toen ze haar eigen praktijk begon, is zij mijn vaste psychiater geworden.
Eigen grenzen bewaken
Jaren heb ik medicijnen geslikt, weliswaar een steeds lagere dosis, maar mijn nierfunctie bereikte toch een kritiek laag niveau. Omdat het zo goed met me ging, besloot mijn psychiater om helemaal met medicatie te stoppen. Dat was achteraf niet handig, want ik raakte toen al gauw weer in een halve psychose. Ik blijk dus toch niet zonder medicatie te kunnen. Nu heb ik een ander middel en mijn vriendinnen zijn daar blij om. Als ik terugkijk, was ik met die eerste medicijnen echt een zombie. Nu heb ik mijn vrolijkheid weer terug. En dat kan een valkuil zijn, want dan neem ik makkelijk teveel hooi op mijn vork. Maar door gesprekken met mijn psychiater leer ik hoe ik mijn energie kan doseren. Dus als een afspraak voor een verjaardag of een bijeenkomst me gewoon even teveel is, kan ik ook makkelijker “nee’” zeggen. Ik weet steeds beter mijn eigen grenzen te stellen.
“Ik kan makkelijker ‘nee’ zeggen.”
Een nieuwe missie
Ondertussen heb ik de afgelopen jaren een project opgepakt dat al langere tijd lag te sluimeren. In mijn werk in de zorg werd ik regelmatig geconfronteerd met schrijnende verhalen bij een bepaalde doelgroep. Omdat daar nog altijd een taboe op rust, vond ik het nodig dat thema bespreekbaar te maken. Ik heb er een aantal verhalen over geschreven, deels gebaseerd op werksituaties en deels op ervaringen uit mijn eigen leven. Dat voelde als een missie en ik vond het belangrijk om me daarvoor in te zetten. Maar omdat ik natuurlijk in het verleden die psychoses had gehad, stond Harm meteen op scherp toen hij me fanatiek achter mijn laptop zag zitten tikken. En Sandra heeft me angst aangejaagd toen ze me op een dag vroeg: “Mam, een boek schrijven met een ziek hoofd, kan dat wel?
“Als mijn man me vraagt of het wel echt goed gaat,
maakt dat me juist bang.”
Samen in een vicieuze cirkel
Ik hou mezelf in de gaten, maar bij mijn dochter en mijn man leeft nog altijd de angst dat ik weer doorsla. Ik probeer ze het vertrouwen te geven dat het goed gaat. In drukke periodes bouw ik expres rustmomenten in, om Harm te laten zien dat ik niet doordraaf. Maar tegelijkertijd wil ik het leven ten volle benutten en mijn boek beschouw ik als een mijlpaal in mijn loopbaan. Ik heb een thema aangesneden dat blijkbaar gevoelig ligt en ik word van allerlei kanten uitgenodigd om daar meer over te komen vertellen. Dat betekent dat ik soms een drukke agenda heb en helemaal vol kan zijn van alles wat ik meemaak. Harm verwart dat dan snel met een naderende psychose. Als hij me om tien uur ’s avonds vraagt of het wel echt goed gaat, maakt dat me juist bang en ga ik daarover liggen piekeren. Zijn angst triggert mijn angst. Zo komen we dan in een vicieuze cirkel.
Veel positieve reacties
Terwijl ik van mijn vriendinnen en mijn behandelaars juist veel positieve reacties krijg. Toen ik zo druk en enthousiast was rond de publicatie van mijn boek, vonden ze het fantastisch voor me. Ze herkenden het beeld van een naderende psychose totaal niet. Dat bevestigt voor mij dat de angsten van Harm en Sandra niet enkel mijn probleem zijn. Gelukkig vinden we samen steeds betere manieren om daarmee om te gaan. In zekere zin help ik mijn man en dochter ook om met hun angsten om te gaan. Bovendien krijgen we als familie ondersteuning van een psychiatrisch verpleegkundige. Harm en Sandra kunnen met haar contact opnemen als ze zich zorgen maken. Daarnaast is Sandra een eigen behandeltraject bij een psychiater gestart om haar trauma aan te pakken.
Leven zonder angst
Ik ben trots op wat ik heb bereikt en kijk uit naar alles wat nog komen gaat. Mijn boek loopt goed en het thema wordt door verschillende organisaties opgepakt. Verder heb ik een goed huwelijk en zie ik mijn dochter, schoonzoon en kleinkinderen vaak. Laat mij maar lekker doorleven, in goede gezondheid en zonder teveel angst om me heen.”
* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.