Eigenlijk wordt je leven in de wachtrij geplaatst

Lois* (27) ging een paar jaar geleden met klachten naar haar huisarts. Sindsdien heeft ze veel verschillende hulpverleners gezien en bij elkaar opgeteld lang op wachtlijsten gestaan. Doordat ze relatief hoog functioneert worden haar klachten vaak niet als ernstig genoeg gezien, terwijl zij door haar klachten blijft vastlopen. Hoewel ze heel hard om hulp ‘roept’, blijkt het lastig om de juiste hulp op de juiste plek te krijgen.

“De eerste GZ-psycholoog waar ik een intake had, oordeelde dat ik eigenlijk niet echt ergens last van had. Ik ben toen teruggegaan naar mijn huisarts en heb gezegd dat ik wél ergens last van had, en dat ik denk dat een deel van de klachten veroorzaakt en verbloemd wordt doordat ik wel hoog functioneer. Na wat aandringen heeft mijn huisarts mij doorverwezen naar de basis GGZ. Na een aantal gesprekken daar was de conclusie dat ik wel specialistische hulp nodig had en dat psychotherapie bij mij zou passen.

“Het moment dat je hoort dat er nog een jaar wachtlijst is,

is heel overweldigend.”

Wachtlijsten

Achteraf bleek psychotherapie toch niets voor mij. Bovendien had de psychotherapeute het idee dat autisme bij mij speelde. Dat begon als een zijspoor waarvoor ik op een wachtlijst voor diagnostiek werd geplaatst, alleen voor haar werd dat label steeds meer: zij plaatste alles wat ik zei of deelde in dat kader. Uiteindelijk kwam het erop neer dat we de therapie gingen staken totdat ik die diagnostiek had gehad, waarvoor ik wederom 1,5 jaar op een wachtlijst heb gestaan. De conclusie van die diagnostiek was uiteindelijk dat er geen autisme bij mij speelde, en dat ik verwezen zou worden voor persoonlijkheidsdiagnostiek en behandeling. Daarvoor kwam ik weer op een nieuwe wachtlijst te staan. De uitkomst van het persoonlijkheidsdiagnostiektraject was dat ik wel trekken van een persoonlijkheidsstoornis had, maar te goed functioneerde om een duidelijke persoonlijkheidsstoornis te stellen.

Afwijzing

Het moment dat je hoort dat er nog een jaar wachtlijst is, is heel overweldigend. Dan lig ik echt drie dagen in bed, omdat ik niet weet hoe ik die tijd moet doorkomen. Dat proces van hulp zoeken, op een wachtlijst staan en horen dat je daar niet terecht kan, heeft ook invloed op mijn klachten. Mijn zelfbeeld is nooit heel positief geweest, en ik denk dat het erger is geworden door het hele traject van hulp zoeken. Eén van de grootste dingen waar ik zelf tegenaan loop is dat ik mij snel afgewezen voel. Dat zit in mijn persoonlijkheid, of hechting, hoe je het wil noemen, en juist dat stukje wordt steeds geraakt wanneer ik ergens naartoe stap voor hulp en dat dan niet kan krijgen. Want ik voel heel erg dat ik vastloop, en dan wordt mij gezegd: “je loopt niet vast genoeg”. Dat voelt steeds als een afwijzing.

“Blijkbaar moet je heel vaak ‘schreeuwen’ dat je hulp nodig hebt.”

Leven in de wachtrij

Ik was mijzelf al lang voorbij gerend en toen kwam ik erachter dat ik nog meer reserves nodig had. Het zit een beetje in mijn karakter om altijd gewoon door te gaan en te verbloemen waar ik tegenaan loop. Toen ik een stuk depressiever was dan ik nu ben bijvoorbeeld, heb ik mijzelf nog zitten pushen om de deur uit te gaan. Om nog te sporten of iets van werk te doen. Daardoor lijkt het misschien alsof ik goed functioneer, maar het kost mij veel energie om al die balletjes hoog te houden.

Ondertussen blijf ik in dingen vastlopen en kom ik niet verder. Eigenlijk wordt je leven in de wachtrij geplaatst. Ik zit bijvoorbeeld al 1,5 jaar deels in de ziektewet, omdat het op mijn werk vanwege de klachten die ik heb niet lukt om fulltime te werken. Daarnaast merk ik in mijn privéleven ook dat ik niet zo goed een relatie kan aangaan, omdat allerlei dingen mij daarin tegenhouden. Ik heb goede vrienden en ook lieve ouders, het lastige is alleen dat het voor anderen soms ook een beetje te veel wordt omdat het zo lang duurt. Ik merk dat mijn stemming de sfeer heel erg kan beïnvloeden, en dat ik steeds vaker jaloers ben op vrienden en familie. Dat zijn nare emoties die ik liever niet zou hebben, en die juist groter worden doordat ik ze niet wil hebben.

Schematherapie en steun

Al bij mijn eerste therapeut heb ik aangegeven dat ik graag schematherapie wil, en dat is ook waarvoor ik nu op de wachtlijst sta. Blijkbaar moet je heel vaak aangeven dat je hulp nodig hebt. Het is moeilijk om steeds weer de moed te verzamelen om dat weer te gaan doen, maar het werkt wel. Dit keer weet ik zeker dat ik daar terecht kan en ik heb daarom positieve verwachtingen over de toekomst.

Ondanks de wachtlijsten heeft het mij wel geholpen dat bijna overal waar ik kwam, men bereid was mee te denken over waar ik dan wel terecht zou kunnen als ik bij hen niet op de goede plek was. En van mijn omgeving krijg ik ook steeds de steun die ik op dat moment nodig heb. Ik ben dan wel heel bang voor afwijzing, maar ik heb eigenlijk ook wel geleerd dat de mensen om je heen toch wel blijven, wat je ook doet.”

* Vanwege privacyredenen zijn namen en details aangepast.