De huizen van leukheid, wensen en zorg

Sara* (8) is het zusje van Brian* (10), een jongen met een intelligentiekloof. Verbaal is hij hoogbegaafd maar niet-verbaal scoort hij veel minder. Brian wordt snel boos en gaat dan slaan en schoppen. Daar heeft Sara het best wel moeilijk mee. Sinds kort gaat Brian naar een speciale school, nu wordt hij niet meer zoveel gepest.

“Brian krijgt heel veel aandacht van papa en mama. Dat vind ik niet leuk want ik vind aandacht leuk en hij helemaal niet. Toen ze een andere school aan het zoeken waren voor Brian werd hem altijd gevraagd hoe zijn dag was geweest en dan ging het over die school, dus daarom mocht ik helemaal niets zeggen en Brian mocht altijd iets zeggen. Ik zeg wel tegen mama en papa dat ik dat niet leuk vind maar dan zeggen ze: ”Ja, ja, ik weet het, ik weet het, ik weet het, oké, oké”, en zo. En de volgende keer zeg ik het nog een keer en nog een keer en nog een keer, maar dan zeggen ze nog steeds van “nee, nee, nee”.

“Hij mag altijd iets zeggen en ik niet.”

Altijd boos

Wat ik het lastigste vind, is dat Brian bijna altijd boos is. Dan gaat hij me de hele tijd slaan en schoppen. Als hij dan niet stopt, dan ga ik wegrennen, de kamer rond of ik ga naar de wc en doe de deur op slot. Want dan kan hij er niet meer in. Soms ga ik naar mama. Mama heeft al vaak tegen Brian gezegd dat hij eerst tot tien moet tellen, maar dat doet hij niet, soms vergeet hij dat. Hij wordt meteen boos. Als ik op zijn kamer een boek wil pakken of zo dan wordt hij al boos. Omdat hij denkt dat ik m wil plagen. Want ik plaag hem meestal, omdat hij het zelf ook doet. En ik vind het ook best leuk om hem te plagen, het zit in de familie.

Ik denk dat hij op de nieuwe school wel een beter leven heeft, omdat niemand hem blijft plagen. En hij heeft hier ook meer vrienden, denk ik. Ik merk ook wel dat hij minder vaak boos is, nu is hij gewoon soms boos.

Soms heel lief

Als hij weer eens boos wordt en ik zeg het tegen mama dan krijgt hij meestal wel straf. Dan mag hij een tijdje niet meer op zijn iPad of zo. Maar we doen ook wel leuke dingen samen. Ik vind bordspellen doen heel leuk en Brian ook, dus dat doen we vaak samen. Meestal wint hij, misschien omdat hij heel veel geluk heeft.

Maar als hij lief is, dan is hij wel echt heel lief. Dan geeft hij me knuffels en zo. Dan gaan we ook samen bordspellen doen. Als hij wel boos op mij is, gaan we niet samen bordspellen doen, want dan is hij boos en dan wil hij me niet zien.

Huizen van leukheid, zorgen en wensen

De brussengroep (groep met broers en zussen van kinderen die in behandeling zijn op de afdeling psychiatrie, red.) van het ziekenhuis vond ik best leuk. Allemaal kinderen met broers en zussen zoals Brian bij elkaar, dus die maken dat ook allemaal mee. Dus dan ben ik niet de enige die zo’n broer heeft, die altijd boos is. En wat ik ook leuk vind, is wat ik daar heb gemaakt. Ik heb drie huizen geknutseld. Eén is het huis van leukheid, één is het huis van zorgen, en één is het huis van de wensen. Daar heb ik briefjes in geplakt. In het huis van leukheid heb ik opgeplakt: samen spelen en bordspellen doen. In het huis van zorgen, dat ik het niet leuk vind dat Brian altijd boos is. En bij het huis van de wensen heb ik geschreven; mijn wens is dat Brian niet meer boos is op mij. Die doe ik helemaal op de top, want die is het belangrijkste.”

* Omwille van privacy zijn namen en herkenbare details aangepast.

Onderzoek

Dit verhaal hangt samen met een onderzoek naar de steunbehoefte van broertjes en zusjes (brusjes) van kinderen met een psychiatrische aandoening. Dit onderzoek werd uitgevoerd in het voorjaar van 2018 door Elien van Veldhuizen, 6e jaars geneeskunde student. Lees meer over het onderzoek, de resultaten en enkele praktische tips.