Frank* is psychiatrisch verpleegkundige in een groot academisch ziekenhuis. Hij begon er in 1998 en ondersteunde jarenlang veel patiënten. Tot het moment dat Frank zelf een depressie kreeg. Een moeilijke, maar ook leerzame tijd. ‘Ik voel mensen beter aan, werk steeds minder therapeutisch.’
“De ontmoeting, dáár kan ik mijn werk doen. En dat doe ik steeds minder therapeutisch, merk ik. Lange stiltes en gesprekstechnieken hebben zeker effect, maar uiteindelijk gaat het erom dat het contact echt en eerlijk is. Dat vraagt soms om een creatieve invalshoek en out-of-the-box denken.
The Beatles aan het bed
Zo was er pas een patiënt die het al weken niet lukte om uit bed te komen, inherent aan z’n ziektebeeld. Totdat hij tijdens z’n behandelplanbespreking aangaf dat als iemand nu eens Here Comes The Sun van The Beatles op z’n gitaar speelde… Ik speel gitaar, heb de akkoorden opgezocht en samen met een collega het liedje gespeeld voor de patiënt. Die toen met weinig moeite het bed uitkwam. Iedereen heeft een soort knopje om op gang te komen. Al kan het ook frustrerend zijn wanneer je met een patiënt maar niet verder komt.
Ik sta dan ook niet te springen om al het papierwerk. Er gebeurt zoveel en als je dan ziet wat we inmiddels allemaal moeten invullen. Artsen zijn er soms wel een halve dag per week aan kwijt. Smeer dat uit over het ziekenhuis uit en kijk dan eens naar het aantal fte voor alleen het papierwerk. Kijk, als de zorg er beter van wordt, dan is het prima. Maar registreren om te registreren? Nee, dan zouden we beter aan het bed kunnen staan.
Fascinerend werkveld
Ik ben in 1998 begonnen met mijn opleiding. Sinds kort werk ik op een afdeling waar we mensen met affectieve en psychotische stoornissen behandelen. Het is fascinerend wat de menselijke geest allemaal vermag. Al zijn het vooral de mensen en hun verhalen die mijn werk zo mooi maken.
Wel merk ik dat patiënten tegenwoordig zieker zijn wanneer ze hier komen. Er is vandaag de dag minder ambulante zorg voor ze, soms verpieteren ze eerst maandenlang. Hier helpen we patiënten onder meer met medicatie, naast aandacht voor structuur. Douchen, eten, veel de buitenlucht in: het zijn basale zaken, maar wel bewezen effectief. Ook bieden we psychotherapie en traumaverwerking, mits de patiënt niet te verward is.
Naast dat alles hebben we een module levenskunst. Mensen geven er gebeurtenissen een plek, vinden vreugde en verwerken rouw. Want dat laatste is soms nodig. We willen mensen genezen, maar vergeten al snel dat we ze soms zaken afnemen. Mensen kunnen voor zichzelf heel mooie dingen zien in een psychose. Valt dat weg, dan is het leven maar saai en grijs. Dat voelt als een verlies.
“Uiteindelijk is elke psychose anders. Dat maakt het werk op onze afdeling wel zo fascinerend.”
Vergeten hoe het voelt
Mijn eigen depressie was in 2014, 2015. Ik ben er bijna een jaar uit geweest. Een bevreemdende tijd. Jarenlang help je anderen en dan ineens sta je zelf aan de andere kant. Ik weet nog dat ik me door de dag heen moest slepen, maar het échte gevoel van een depressie kan ik me niet herinneren. Een collega die ook last heeft van stemmingsklachten verwoordde het goed: als je een depressie hebt weet je niet hoe het is om er geen te hebben. Maar als je geen depressie hebt, weet je ook niet meer hoe het was toen je ‘m wél had.
Hoe moeilijk de periode van de depressie ook was, achteraf had het ook nut. Ik denk dat ik er als hulpverlener ook door ben veranderd, dat ik mensen met een depressie nu beter aanvoel. Ik weet nog dat ik zelf helemaal geen behoefte had aan de technieken van een hulpverlener. Wel wilde ik dat die persoon gewoon normaal met me omging. En simpelweg een kop koffie voor me haalde.
De patiënten op onze afdeling zijn mensen waar de rest van de wereld het liefst met een boog omheen loopt. Terwijl het vaak heel leuke mensen zijn, die juist zoveel liefde en begrip verdienen. Ze moeten zichzelf kunnen zijn. Zoals ze ook mogen zien dat we allemaal wel eens een slechte dag hebben. Loop ik met spierpijn over de afdeling, dan vinden de mensen dat geweldig. Het maakt mij menselijk en dat is goed. Mensen zitten niet te wachten op één of andere superhulpverlener.”
* Omwille van privacy zijn namen en herkenbare details aangepast.