Monique* (40) en haar doodswens horen bij elkaar. Een zelfgekozen dood is voor haar echter geen optie. In haar zoektocht is Monique geholpen door zowel een spiritueel therapeut als door hulpverleners binnen de reguliere GGZ. Dit zijn echter twee botsende werelden. Het hebben van een doodswens botst ook met de rest van de maatschappij. Het zou Monique en anderen kunnen helpen om hier opener over te praten zonder beoordeeld te worden.
‘’Sinds mijn zeventiende ben ik bekend met een doodswens. Dat is al meer dan de helft van mijn leven. Ondanks dat het momenteel redelijk goed met mij gaat, raakt dit me nog steeds heel erg. Zo’n vier, vijf keer in de week denk ik dat ik er geen zin meer in heb. Dat is heel normaal voor mij, het is zo gewoon als ademhalen. Ik weet wel dat dit niet ‘normaal’ is, maar het hoort er gewoon bij.
Geen keuze
Ik ben maar één keer echt tot actie overgegaan, maar ik kon het niet doorzetten. Ik geloof in vorige en volgende levens. Een zelfgekozen dood heeft daardoor geen nut, want dan moet ik met dezelfde problemen dealen in mijn volgende leven. Waar ik in dit leven tegenaan loop, zijn de lessen die ik moet leren voor hierna. Dit betekent niet dat ik het huidige leven als een straf zie, maar wel als een proces waar ik van kan leren. Ik begrijp dat veel mensen, zeker degenen met een wetenschappelijke achtergrond, hier misschien niet in geloven. Ik sta hier echter volledig achter en geloof er wel in.
Dat het momenteel wat beter met me gaat, komt onder andere omdat ik een systeem om me heen heb dat goed voor me zorgt. Ik heb veel steun aan mijn moeder, zusje en spiritueel therapeut. Zij is een vriendin van me geworden. Ook mijn man en kinderen zijn redenen om geen gekke dingen te doen, maar dit neemt niet weg dat de gedachte nog steeds door mijn hoofd spookt.
“Ik ben geen aansteller, maar juist een doorzetter”
Zware periode
Zo’n drie jaar geleden ging het niet goed me, het kon zo niet langer. Ik realiseerde me dat er iets moest gebeuren. Met burn-out klachten zocht ik hulp op mijn werk, maar het werd hen al snel duidelijk dat er meer speelde dan een burn-out. Ik kwam bij een psycholoog terecht. Zij stelde een depressie vast.
Deze psycholoog heeft mij zeker geholpen. Ik voelde me door haar gehoord. Jezelf gehoord voelen of begrepen voelen zijn echter wel twee verschillende dingen. Ik voelde me bij haar vrij genoeg om te vertellen over mijn spiritualiteit, maar de angst om door de reguliere GGZ afgeschilderd te worden als ‘een gekkie’ was toch wel aanwezig. De GGZ heeft me met hun kaders, hokjes, schema’s en boxjes, die meestal als negatief worden gezien, wel geholpen met een paar van de problemen waar ik tegenaan liep. Door middel van schematherapie heb ik bijvoorbeeld meer inzicht gekregen in mijzelf. Deze therapie leerde me dat ik geen aansteller ben, maar juist een doorzetter.
De hokjes waar binnen de GGZ gebruik van wordt gemaakt, leren mij juist dat ik mezelf ben en niet te veel aan de hokjes van de persoon tegenover me wil voldoen. Ik zie het dus als nuttig, maar ik zou de GGZ willen meegeven om daarnaast wel open te staan om ook out-of-the box te denken. Kijk naar de persoon tegenover je en wat deze persoon echt belangrijk vindt. Ik had het bijvoorbeeld fijn gevonden als mijn psycholoog meer open had gestaan om hoogsensitiviteit te bespreken. Je hoeft er niet in mee te gaan, je mag best zeggen dat je het onzin vindt, maar stel er wel vragen over. Ga met me in gesprek.
Stel vragen
Ik vraag niet snel om steun. Van jongs af aan regel ik mijn zaakjes zelf. Toen ik op mijn 17e een poging ondernam om een einde aan mijn leven te maken, was dit niet bekend onder de andere gezinsleden. Ik wilde ook geen steun destijds, ik deed het gewoon zelf. Dit heb ik soms nog steeds.
Er zijn wel een aantal vriendinnen waaraan ik heb verteld over de gedachten om een einde aan mijn leven te maken. Ik merk dat ze schrikken, bang zijn, op hun hoede zijn en het er eigenlijk niet over willen hebben. Ik begrijp deze reactie, maar vind het ook jammer. Je hoeft geen steun uit te spreken, maar ga gewoon het gesprek eens met me aan. Toon interesse en laat me erover praten.
Een dergelijke schrikreactie merk ik binnen de gehele maatschappij. Zolang we onze mond houden over onze problemen, hebben anderen het niet door en word je geaccepteerd. Bij een openlijke doodswens word je echter vermeden. Ik heb het idee dat mensen bang zijn dat ze me dan moeten helpen, maar het enige wat ik wil is een openlijk gesprek.
“Ik heb geen keuze”
Positiviteit
In mijn verhaal is spiritualiteit erg belangrijk. De combinatie tussen spiritualiteit en de reguliere GGZ is een lastige. Ik ben zelf ook werkzaam binnen de GGZ als begeleider. Hierin helpen mijn eigen ervaringen me tijdens de uitvoering van mijn werk, maar ik probeer wel op te passen omdat er voor spiritualiteit weinig ruimte is. Ik wil niemand in de war brengen met mijn ideeën en houd het daarom klein.
Wat ik heb meegemaakt, heeft me geleerd om positief te blijven. Ik ga op zoek naar wat ik wel kan en heb, welke mogelijkheden er zijn. Als ik mogelijkheden vind, ga ik ze niet uit de weg. Ik heb geen keuze en heb hierdoor geleerd mezelf beter aan te voelen. Positiviteit zal me hierin helpen. Ik heb absoluut nog gedachten dat ik er niet meer wil zijn, maar niet dat ik écht dood wil. Binnenkort ga ik starten met een opleiding en daar heb ik veel zin in. Ik probeer er gewoon op te vertrouwen dat het goedkomt, hoe moeilijk ik dat ook vind.”
*Omwille van privacy zijn namen en herkenbare details aangepast.
Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Neem dan gratis en anoniem contact op met de hulplijn van 113: bel 0900-0113 of chat via www.113.nl.